Geld lenen kost geld

HYPOTHEEK.NL

W

  • Waarborgcertificaat
  • Nieuwbouwwoningen worden meestal gebouwd onder garantie, bijvoorbeeld van het Garantie Instituut Woningbouw. Onder die garantie valt een kwaliteitsgarantie en de garantie dat het huis wordt afgebouwd, ook als de bouwondernemer failliet gaat. Gesubsidieerde woningen moeten in principe altijd onder een dergelijke garantie worden gebouwd. De koper heeft recht op afgifte van het waarborgcertificaat.
  • Waarborgfonds Eigen Woningen
  • De Garantie en Waarborgregeling is een borg- of garantstelling die door het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) wordt afgegeven voor een hypotheek. Voor het bedrag van de borgstelling kan de koper altijd een hypotheek afsluiten. Het inkomen van de koper, de lening en de woning moeten voldoen aan de normen van het WEW. De aanvraag loopt via de geldverstrekker of de tussenpersoon waar de hypotheek wordt afgesloten.
  • Waarborgsom
  • bij de koop van een bestaand huis kan men overeenkomen dat de koper in afwachting van het transport een bepaald deel van de koopsom (oplopend tot 10%) als waarborg stort bij de notaris
  • Waardegrondslag
  • de gemeente moet de waarde van onroerende zaken als basis voor de onroerende zaakbelasting hanteren
  • Waardepeildatum
  • de datum waarop de gemeente de waarde van de onroerende zaak heeft vastgesteld voor de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Om de vier jaar wordt de waarde opnieuw vastgesteld. In de tussenliggende periode geldt de waarde van de laatste peildatum
  • Waterschapsheffing
  • de waterschappen dragen zorg voor de waterkering (onderhoud en beheer van dijken) en/of de waterhuishouding. Bijna al hun inkomsten ontvangen zij via heffingen, ook wel omslagen genoemd.
  • Wederkerig finaal verrekenbeding
  • beding waarbij echtgenoten na ontbinding van hun huwelijk afrekenen alsof zij in gemeenschap van goederen waren gehuwd
  • Wegneembeding
  • hypotheekbeding waardoor aan de geldlener het recht wordt ontnomen om latere verbeteringen aan de woning weer ongedaan te maken
  • Welstandscommissie
  • dit college beoordeelt een bouwplan ten aanzien van aspecten die met het uiterlijk hebben te maken. De commissie brengt advies uit aan het gemeentebestuur. B&W beslist mede op grond van dit advies over de bouwvergunning
  • Wet op de Ruimtelijke Ordening
  • geeft voorschriften voor de ruimtelijke ordening (streekplannen, bestemmingsplannen enz.).
  • Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing
  • geeft voorschriften enz. m.b.t. behoud, herstel, verbetering of sanering van bebouwde delen van het gemeentelijke grondgebied.
  • Wet Voorzieningen Gehandicapten
  • Regelt de bijdragen aan een eigenaar of huurder i.v.m. voorzieningen die een woning geschikt maken voor een gehandicapte. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw gemeente
  • Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ)
  • Regelt de waardebepaling en waardevaststelling van alle onroerende zaken in Nederland
  • Wetsfictiegemeenten
  • voor de Wet Waardering Onroerende Zaken wordt in principe de waarde van onroerende zaken per 1-1-1995 aangehouden. Maar gemeenten die enige jaren daarvoor (1992, 1993 of 1994) de huizen opnieuw hebben getaxeerd, mogen die waarde aanhouden. De wet gaat uit van de fictie (veronderstelling) dat de toen getaxeerde waarde gelijk is aan de waarde per 1-1-1995. De waarde van 1992, 1993 of 1994 wordt overigens voor de inkomens- en vermogensbelasting nog verhoogd met een per gemeente verschillend percentage
  • Wettelijke rente
  • rente die de schuldeiser in rekening mag brengen wanneer de schuldenaar, ondanks sommatie, nalatig is te betalen. De hoogte van de wettelijke rente wordt periodiek door de overheid vastgesteld en bedraagt sinds 1-1-1998 6%.
  • Winstdeling
  • bij traditionele levenhypotheken spaart men via de premiebetalingen een bedrag waaruit later de hypotheek wordt afgelost. Over dit spaardeel ontvangt de (verzekerings)maatschappij rente. De verzekerde kan hierin meedelen, als de polis tenminste een winstdelingsclausule bevat.
  • Woningdichtheid
  • het aantal woningen per oppervlakte-eenheid, uitgedrukt per hectare. Te onderscheiden in netto woningdichtheid (oppervlakte voor de woningen, tuinen, blokgroen en bijbehorende verharding) en bruto woningdichtheid (daarenboven de oppervlakte voor bebouwde en onbebouwde voorzieningen, zoals parken, scholen, wijkgebouwen). Een woningdichtheid van 25 is laag (villawijk), van 40 is hoog (stedelijk gebied). In binnensteden met veel hoogbouw kan de woningdichtheid oplopen tot 60 woningen/HA
  • Woningverbeteringssubsidie
  • in bepaalde gevallen is voor verbeteren van een bestaande woning subsidie te verkrijgen. Inlichtingen kunt u krijgen bij uw gemeente. De gemeente beslist over de toekenning
  • Woningwet
  • geeft voorschriften voor de volkshuisvesting, d.w.z. m.b.t. woningbouw, en de geldelijke steun van gemeente en rijk voor woningbouw
  • Woonlasten
  • alle kosten die het wonen met zich meebrengt, inclusief stookkosten, de kosten voor nutsvoorzieningen , eventuele servicekosten, reserveringen voor onderhoud, onroerende zaakbelasting en verzekeringen
  • Woonzorgcomplexen
  • woonvorm, bedoeld voor ouderen die niet geheel zelfstandig kunnen wonen, maar geen behoefte hebben aan intensieve verzorging, zoals dat in een bejaardenhuis het geval is. De zorg wordt op maat verleend.
  • WOZ
  • Ook wel: Wet Waardering Onroerende Zaken.Regelt de waardebepaling en waardevaststelling van alle onroerende zaken in Nederland

Wie zijn wij